Een scheiding is al ingewikkeld genoeg. Maar zodra er kinderen bij betrokken zijn, wordt het pas écht een emotionele rollercoaster. Wie haalt ze van school ? Waar slapen ze doordeweeks ? En vooral : hoe beslist een rechter eigenlijk over de kinderopvangregeling? Veel ouders denken dat er een soort standaard bestaat, maar geloof me : de praktijk zit vol nuances.
Ik heb laatst nog iemand horen zeggen : “Oh, bij de rechtbank kiezen ze toch bijna altijd voor co-ouderschap.” Eerlijk ? Dat is een misvatting. Rechters kijken niet naar een vast stramien, maar naar het belang van het kind. En dat klinkt cliché, maar in de praktijk betekent het dat elke zaak weer nét anders loopt. Voor wie meer achtergrond wil : dit stuk op https://avocateaparis.com legt ook goed uit hoe juristen daar in Frankrijk naar kijken. Best interessant om te vergelijken met Nederland.
Het uitgangspunt : belang van het kind
Dat is het magische zinnetje dat je overal tegenkomt : “het belang van het kind staat voorop.” Maar wat betekent dat concreet ? Nou, rechters kijken naar dingen als : kan een kind veilig bij beide ouders terecht ? Hoe verloopt de communicatie tussen vader en moeder ? Woont één van de ouders bijvoorbeeld nog in Woerden en de ander in Groningen, dan is de kans op een strak week-op-week schema natuurlijk kleiner. Het moet praktisch haalbaar blijven. Je ziet dus dat de woonafstand vaak een doorslaggevende factor wordt.
Co-ouderschap of hoofdverblijfplaats ?
Veel ouders vragen meteen : “Krijgen we co-ouderschap, ja of nee ?” Maar de rechter beslist niet met een soort checklist. Co-ouderschap (dus ongeveer 50/50) is zeker populairder geworden de laatste tien jaar. Toch zie je dat, zeker bij jonge kinderen, vaak een hoofdverblijfplaats bij één ouder wordt vastgesteld. De ander krijgt dan ruimere omgangsregelingen. En dat is niet altijd oneerlijk – soms is stabiliteit, een vaste kamer, dezelfde school, gewoon beter voor het kind. Je voelt dat een rechter dat vaak zwaar laat meewegen.
Wat weegt mee bij de beslissing ?
- De leeftijd van het kind: een peuter kan moeilijk elke week verhuizen, terwijl een tiener daar vaak prima mee omgaat.
- De samenwerking tussen ouders: als ouders continu ruzie maken, is co-ouderschap bijna onmogelijk.
- De praktische situatie: afstand, werkroosters, beschikbaarheid van opa/oma, allemaal dingen die meewegen.
- De wens van het kind: vanaf een jaar of 12 wordt die stem ook officieel gehoord door de rechter. En dat kan soms verrassend uitpakken.
Hoe voelt dat voor ouders ?
Laten we eerlijk zijn : vaak voelt geen enkele uitspraak 100% rechtvaardig. Ouders willen allebei het beste, maar ook allebei zoveel mogelijk tijd. En als je daar middenin zit, voelt het alsof iemand anders beslist over jouw gezin. Ik ken ouders die opgelucht waren omdat er eindelijk duidelijkheid was. Maar ook ouders die jaren later nog steeds vinden dat de rechter het verkeerd zag. Het blijft pijnlijk.
Wat kun je zelf doen ?
Misschien wel het belangrijkste advies : probeer zelf afspraken te maken. Echt, hoe moeilijk dat soms ook is. Rechters waarderen het enorm als ouders samen een plan indienen. Dan laat je zien : wij zetten ons kind op de eerste plaats. En eerlijk gezegd, dat geeft jou ook meer grip op de uitkomst. Want als je het aan de rechter overlaat, weet je nooit zeker waar je uitkomt.
Dus, vraag je jezelf nu af : “Hoe gaat een rechter straks over mijn situatie denken ?” Het korte antwoord is : dat hangt helemaal af van jullie verhaal, jullie omstandigheden en jullie kind. Maar één ding is zeker : de focus ligt altijd op wat voor het kind het meest stabiel en veilig voelt. En dat is soms een andere uitkomst dan je hoopt.